Een keurige school (Crisis in opvoedland 2)
Mijn dochter, die in de eerste klas van de middelbare school zit, had een week geen les. Er was poëzie-projectweek. Onder deskundige begeleiding schreven kinderen gedichten die ze op versierde houten koffertjes plakten. Het gedicht van mijn dochter ging over haar kleine broertje. Haar koffer was hemelsblauw en van binnen geel. Mijn dochter was er tevreden over. Een geslaagd project.
Ter afsluiting mochten veertig leerlingen hun gedicht voordragen in de Openbare Bibliotheek. Ook het gedicht van mijn dochter was geselecteerd. Ouders waren van harte welkom, meldde ze. En zo sloop ik op een maandagmiddag om half twee zo onzichtbaar mogelijk de hypermoderne theaterzaal in de nieuwe Openbare Bibliotheek in Amsterdam binnen. In elk van de tweehonderd heerlijke wegzakstoelen zat een eersteklasser die voor de gelegenheid de laatste twee uur vrij had gekregen en een show kreeg voorgeschoteld om zijn of haar pubervingers bij af te likken. De voordrachten werden begeleid door live muziek, er waren optredens door professionele break- en tapdancers, en een niet-saaie eigentijdse dichter las twee piepkleine stukjes uit eigen werk voor. Het geheel werd aan elkaar gepraat door een coole presentator die daarbij geholpen werd door twee assistenten op skates. Kortom: een perfect op de doelgroep toegesneden middagje uit.
De gedichten waren allemaal aandoenlijk, sommigen waren ontroerend en hier en daar hoorde ik écht iets bijzonders. Ik had me dan ook uitstekend vermaakt, ware het niet dat op de laatste rijen van het theater circa veertig leerlingen zich misdroegen. Het was alsof ik op vrijdagavond was aangeschoven bij een ranzige tienerfilmvertoning in de Citybioscoop. Er werd keihard gepraat, gelachen, gejoeld, gegild en aan een stuk door op en neer gelopen.
Nu is de school van mijn dochter een keurige school. Het gros van de ouders van deze kinderen heeft een abonnement op de Stopera, of gaat op zijn minst regelmatig naar het toneel. De leerlingen wéten echt wel hoe het hoort. Toch konden ze de drang om vervelend te zijn niet weerstaan. Het schijnt dat ze dat niet kunnen helpen. Het ligt aan hun onvolgroeide garnalenverstandjes. Jammer is wel dat ook het volwassenenbrein met dit gedrag geen raad weet. De coole presentator vroeg heel beleefd een paar keer om stilte. Dat hielp niets. De docenten van de school, die op de eerste rij zaten, stonden af en toe op om machteloos in het gangpad te sissen naar de joelers. Dat hielp ook niets. Geen van de gangmakers werd achteraf bestraft. Het project was voorbij.
Zelf bleef ik achter met veel vragen: zijn deze verwende, geprivilegieerde kindertjes uit Amsterdam-Zuid al dat subsidiegeld wel waard? Zijn poëzie-projectweken geen parels voor zwijntjes? En: hoe voorkom je dat die zwijntjes het verpesten voor de brave, geïnteresseerde varkentjes? Maar ook: stel dat de zaal gevuld was geweest met vervelende Marokkaanse VMBO-gangers? Had het dan de krant gehaald?
Sabien Onvlee